DG1

4 berichten

Driebanden groot, eerste klasse. Bij het driebandenspel moet de speelbal minstens drie banden raken vooraleer de derde bal geraakt wordt. Hier lees je alle berichten over de eerste klasse driebanden groot. De nieuwe moyennegrenzen liggen tussen 0.200 en 0.400 Er wordt gespeeld met intervallen.


Uitnodiging districtsfinale
Uitslag districtsfinale
Uitnodiging gewestelijke finale
Uitslag gewestelijke finale

Voorwaarden deelname aan Driebanden groot 1e klas (DG1)

Toelating:

een officieel driebanden klein moyenne (PK of Teamcompetitie) van minimaal 0,400. (evt. behaald na de voorwedstrijden in het lopende seizoen)

en/of

een driebanden groot moyenne in de PK-DG of in de A-klasse van de teamcompetitie van minimaal 0,300. (evt. behaald na minimaal 4 partijen in de teamcompetitie van het lopende seizoen)

Degradatie:

als je met driebanden klein en met driebanden groot onder de grens gespeeld hebt en niet meer aan één van bovenstaande voorwaarden voldoet.

Als een vereniging 2 of meer inschrijvingen in een driebanden groot (DG) klasse heeft, dan is die vereniging verplicht poulewedstrijden te organiseren met tellers en schrijvers in hetzij de eigen lokaliteit of een andere lokaliteit.

De districtsfinale driebanden groot 1e klas wordt met 6 deelnemers gespeeld. De gewestelijke finales DG1 en DGO worden ook met 6 deelnemers gespeeld. Dit zullen de nummers één uit de 4 districten zijn, aangevuld met de twee hoogst geplaatsten in de ranking.

(ref. ALV 25-06-2021)                    Staat ook in het menu District – Districtsbesluiten

60 beurten limiet driebanden

In het district Noord-Holland Midden geldt de 60 beurten limiet bij PK  voorwedstrijden en districtsfinales  voor alle driebanden klassen.

In de teamcompetitie  geldt deze limiet bij alleen voor de B2; de A en B1 kennen geen limiet.

(ref. ALV 26-06-2020)

Finales ‘zware’ klassen

De finales LK1, DK1 en DG1 (bij een bezetting van acht finalisten) moeten over drie (of meer) dagen gespeeld worden.

Driedaagse voorwedstrijden ‘zware’ klassen

De voorwedstrijden DG1 en LK1 moeten, zeker bij oneven aantal deelnemers, over drie dagen gespeeld worden.

Bij een even aantal spelers en instemming van alle deelnemers mag het ook in twee dagen gespeeld worden.